Interview met Koen Stephan in BouwMachines

Interview met onze directeur Koen Stephan in BouwMachines. Zowel in het magazine als online te lezen.

De toenemende personeelsschaarste en de aanhoudende groei van het werkaanbod zetten de bouwsector onder hoogspanning. Tijd voor het volgen van een cursus of opleiding is er niet of nauwelijks.  Koen Stephan, directeur van SOMA Bedrijfsopleidingen, waarschuwt voor de mogelijke gevolgen: ‘We moeten voorkomen dat het vakmanschap verdwijnt.’

Het vak van machinist verandert

Stephan ziet dat de markt de laatste jaren flink in beweging is. ‘Beroepen veranderen. Mechanisatie is bezig aan een opmars, bijvoorbeeld bij het straten, waardoor je met minder mensen het werk kan maken. Ook het vak van machinist verandert. Als je ziet hoeveel hulpstukken een machinist tot zijn beschikking heeft in vergelijking met vroeger. De machine kan steeds meer, wordt steeds intelligenter. Die trend zal zich voortzetten en daar moet het gedrag van de machinist ook in meegroeien. Neem Het Nieuwe Draaien. Je kan nóg zo’n goede machine hebben, waar alles op en aan zit, maar als het gedrag van de machinist niet verandert, zal het nooit een zuinige machine worden.’

Asfaltmengsels

Ook andere ontwikkelingen zorgen voor nieuwe marktomstandigheden. ‘Als je ziet hoe asfaltmengsels de afgelopen jaren zijn veranderd, dan heeft dat ook effect bij de verwerking. We kunnen wel asfalt gaan maken bij lagere temperaturen, maar dat heeft ook gevolgen voor de walsmachinist en voor de machinist op de asfaltspreidmachine. Daar moet je met je opleiding op inspelen.’

Voor SOMA Bedrijfsopleidingen heeft daarnaast vooral de flexibilisering van de arbeidsmarkt grote consequenties. Werkgevers zoeken goede mensen met ervaring die direct aan de slag kunnen, en niet meer hoeven te worden geschoold. ‘Veel mkb-bedrijven hebben zeven of acht slechte jaren achter de rug. Zij hebben weinig spek meer op de botten. Voor hen is er te weinig tijd en geld om nu met mensen langdurige scholingsverplichingen aan te gaan. Het inhuren van iemand die direct inzetbaar is, krijgt dan de voorkeur. Veel bedrijven proberen de flexibele schil maximaal uit te nutten. Dat zie je overigens niet alleen in het mkb, maar vooral ook bij grote bouwers.’

Minder goed opgeleid dan vroeger

Zzp’ers en uitzendkrachten zijn voor een instituut als SOMA moeilijk te bereiken. ‘Zzp’ers hebben geen geld als er weinig werk is, en ze hebben het te druk als er veel werk is’, merkt Stephan op. ‘De conclusie kan niet anders zijn dan dat er tegenwoordig veel mensen in de sector werken die minder goed zijn opgeleid dan we in het verleden gewend waren. Het verbreden en verdiepen van de vakkennis? Ik heb geen idee waar ze dat vandaan halen.’

Stephan bepleit de komst van opleidingsfondsen voor mensen in loondienst én zzp’ers. De huidige individuele budgetten voor werknemers noemt hij te vrijblijvend. ‘Gekscherend wordt wel gezegd: je kan het bedrag ook laten uitkeren en er een televisie van kopen. De sociale partners zouden hierin meer sturend moeten zijn.’

Meer aandacht voor scholing van zzp’ers

Ook voor de scholing van zzp’ers moet volgens SOMA veel meer aandacht komen. Een zzp-opleidingsfonds zou hierbij een steutelrol kunnen vervullen. ‘We huren allemaal zzp’ers in. Waarom zouden we niet, net als bij werknemers die onder de cao vallen, een bepaald percentage van de te betalen vergoeding kunnen reserveren voor scholing? De zzp’ers verleen je dan trekkingsrecht: hoe meer uren je werkt, hoe meer opleidingstegoed je opbouwt. Op die manier wordt scholing ook voor zzp’ers aantrekkelijker.’

Verbreding en verdieping van de vakkennis is bittere noodzaak, meent Stephan. En soms kost dat tijd. ‘In de bouw en infra hebben we mensen nodig die het vak écht verstaan. Een machinist leid je niet op binnen een week. Die heeft een hele tijd nodig om te rijpen, om beter te worden in zijn vak. Daar moet hij in worden geholpen en gecoacht. En hij moet veel vlieguren maken. Natuurlijk kan je iemand een knoppencursus aanbieden om hem binnen één of twee dagen te leren hoe hij een machine moet bedienen. Maar een talud netjes afwerken, een sloot goed afgraven, of een fundering maken voor een weg met het juiste profiel  – dat is écht iets anders. Dan ben je wel even bezig, dat leer je niet in een paar dagen.’

Opleidingen moeten sneller en goedkoper

Tegelijkertijd neemt de druk vanuit de markt toe. Opleidingen moeten sneller en goedkoper. ‘Toen ik hier kwam, in 2008, waren we voor de mobiele kraan net overgegaan van zesweekse naar vierweekse opleidingstrajecten. Dat was toen al een paleisrevolutie. Inmiddels is twee weken de standaard. Maar om in twee weken de theorie én de prakijk te leren van het bedienen van een mobiele kraan, vind ik een heel kort tijdsbestek.’

Tot en met 2016 had SOMA weinig last van de crisis. Maar sinds de eerste helft van dit jaar is het aantal inschrijvingen fors teruggelopen. Dat komt deels door de aanhoudende malaise in de olie- en gasindustrie. Mensen uit die branche stappen volgens Stephan over naar de bloeiende bouwsector, om daar aan de slag te gaan als torenkraanmachinist of op een mobiele kraan. ‘Daardoor krijgen we van beide kanten minder aanmeldingen. De olie- en gasindustrie heeft andere dingen aan haar hoofd, en in de bouw stromen ervaren machinisten in die niet meer hoeven te worden opgeleid.’

Opleidingen in grondverzet doen het goed

De olie- en gasindustrie is niet de enige sector buiten de bouw en infra waarop SOMA zich richt. ‘We moeten het steeds meer in andere takken gaan zoeken om de schoorsteen goed te laten roken. Staalbouw, installatietechniek, vuilverwerking, overslag. Waar grote machines staan en waar lasten worden verplaatst; daar kunnen we wat mee.’ Hier staat tegenover dat de opleidingen in het grondverzet het goed doen. Ook verdiepende cursussen op het gebied van asfaltkennis en asfalttechnologie lopen goed. Het zijn vooral  opdrachtgevers, ingenieursbureaus en toezichthouders die daaraan deelnemen.

Dreigend tekort aan wegenbouwmachinisten

De opleidingen in de wegenbouw vertonen een duidelijk dalende lijn. ‘De echte vakmensen die een wals of een asfaltspreidmachine kunnen bedienen, zien we maar heel erg beperkt. In het klasje voor Machinist Wegenbouw dat eind september van start gaat, zitten vijf deelnemers. Voorheen hadden we er minimaal twaalf. Minimaal. En vorig jaar hebben we niet eens gedraaid met deze opleiding. Dus dat betekent dat we in twee jaar tijd maar vijf mensen gaan opleiden. Als je dat afzet tegen de vergrijzing, betekent dit gewoon dat er een enorm gat gaat ontstaan.’

De oorzaak voor de afnemende belangstelling voor de wegenbouw is volgens Stephan vooral terug te voeren op verkeerde aannames bij de buitenwacht. ‘De reputatie is niet goed. De sector heeft het imago van veel ’s avonds en ‘s nachts moeten werken. Vies en zwaar werk. We vergeten te vertellen hoe mooi het werk in de wegenbouw is. We hebben zulke mooie beroepen verstopt in onze sector. Maar we vertellen het niet, en daardoor blijft dit bij het grote publiek onbekend.’

Stoppen met het wegkopen van mensen bij elkaar

Betere marketing voor de sector is een absolute noodzaak, vindt Stephan. De infra heeft volgens hem meer ambassadeurs nodig als Karin Rog van Reinten Infra, columnist bij Cobouw en zeer actief op social media. Stephan: ‘We moeten stoppen met het wegkopen van mensen bij elkaar. We moeten laten zien wat voor mooie sector we zijn. Daar ligt een mooie rol voor werkgevers- en werknemersorganisaties. We hebben met zijn allen behoefte aan vakmensen. We kunnen heel veel. We werken steeds sneller, slimmer en efficiënter. Maar als we niet oppassen, raken we straks wel ons vakmanschap kwijt. Nu staat dat in Nederland nog op een heel hoog niveau. Als we dat willen vasthouden, moeten we daaraan blijven werken.’

Vragen of interesse?
Neem contact met ons op!